Scoliosis Awareness Month: Ouders kijk naar de rug van je kind!
Nationale Scoliose Awareness Maand is door de Scoliosis Research Society (SRS) https://www.srs.org/patients-and-families in het leven geroepen met als doel het belang van vroege detectie en bewustzijn over scoliose te benadrukken.
Scoliose is namelijk een veelomvattende en ingrijpende afwijking met name bij jonge kinderen en adolescenten. Door het gebrek aan screening in Nederland (in 2015 is de screening door de schoolarts afgeschaft) wordt de afwijking vaak pas op latere leeftijd gediagnostiseerd met als gevolg een intensie(f)(ver) behandeltraject en een grotere kans dat operatief moet worden ingegrepen.
Prof. Dr. Rene Castelein stelt heel duidelijk “Scoliose is géén goedaardige, cosmetische afwijking van de rug. Het is een afwijking die een levenslange ‘ziektelast’ is. Kinderen en volwassenen met scoliose hebben meer rugpijn klachten, die bij de kinderen verder kan toenemen op oudere leeftijd. Ook zijn scoliose patiënten vaak emotioneel en psychisch belast door hun afwijkende uiterlijk, zeker als er een langdurige bracebehandeling noodzakelijk is. Scoliose is een serieus probleem”.
Scoliose is een aandoening waarbij de wervelkolom abnormaal roteert en zijwaarts buigt. Hoewel veel mensen nog nooit van de aandoening hebben gehoord, komt deze verrassend vaak voor in alle leeftijdsklassen (baby’s, adolescenten en volwassenen) bij alle rassen, klassen, met een voorkeur voor het vrouwelijke geslacht. Het is een aandoening die, wanneer de afwijking extreem is, hart- en longproblemen kan veroorzaken. De minder ernstige afwijkingen, wanneer niet behandeld, kunnen op de lange termijn chronische rugproblemen veroorzaken, met alle fysieke en maatschappelijke gevolgen van dien.
Ongeveer één op de zes kinderen met de diagnose scoliose zal een curve hebben die actieve behandeling vereist, waarbij een operatie soms ook geïndiceerd is. Vroege diagnostiek is hierbij een hele belangrijk sleutel tot het nemen van belangrijke eerste stappen om een behandeling te bieden die ernstigere problemen en eventueel een operatie kan voorkomen.
Met name in preventief opzicht is er in Nederland nog een grote winst te behalen. Door het afschaffen van de schoolarts is het dus belangrijk dat (sport) vrienden en familieleden de tekenen en symptomen van de aandoening leren herkennen.
Een aanwijzing voor scoliose is heel gemakkelijk te krijgen met de zogenaamde ‘buktest’
Hierbij inspecteert de ouder de rug van het kind terwijl het voorover bukt. In staande houding kunnen ongelijke schouders een aanwijzing zijn dat de uitlijning van de rug niet goed is. Met de ‘buktest’ kan een eenzijdige verhoging van de ribbenkast, een asymmetrie tussen de linker en rechter rugzijde, worden gezien. Deze asymmetrie kan duiden op een verkromming van de rug.
Dus ouders: doe de buk-test bij je kind en bij twijfel ga meteen naar de huisarts.
Een mooi boek (“Achter mijn Rug” van Deborah Herder) met ervaringsverhalen van meiden met scoliose geïllustreerd met prachtige foto’s, kan via InSpine besteld worden
Wordt endoscopie de nieuwe gouden standaard in wervelkolomchirurgie?
De afgelopen dagen waren we met het InSpine team met heel veel plezier in Praag voor het Global Spine Congres 2023.
En wat viel op?
Endoscopische wervelkolomchirurgie was ‘all-over-the-place’. Het maakte misschien wel een kwart van het hele programma uit, met speciale sessies en zelfs een symposium “The evidence behind endoscopic spine: An honest overview by KOLs” (Alsof KOL’s soms niet ‘honest’ zijn?).
De Nederlandse PTED trial had veel exposure met een viertal presentaties door Pravesh Gadradj van het Erasmus MC Rotterdam.
Zeker niet volledig, maar onderstaand een kleine samenvatting van een deel van deze informatie-overflow:
Study pearls:
- PTED is niet-inferieur en zeker kosteneffectief ten opzichte van de open microdiscectomie, na 2 jaar follow-up. Er lijkt een trend te zijn in betere klinische resultaten voor de PTED, ofschoon dit niet boven de MCID uitkomt.
- In een subgroep-analyse van type hernia en patiëntgroepen binnen de PTED-trial kwam naar voren dat (extra) foraminale HNP’s mogelijk een iets slechtere uitkomst lieten zien dan de (para)mediane HNP’s. Maar de vraag is of dit klinisch relevant is. Het niveau van de HNP had geen invloed op de uitkomst.
- De learning curve is goed te doorlopen met een toegewijde supervisie van een ervaren collega. Het lijkt erop dat 15 casussen een minimum zijn om de procedurele stappen veilig, comfortabel en adequaat uit te voeren.
- Ondanks dat de operatieduur en het risico op een re-operatie grotere zijn in de learning curve, gaat dit niet ten nadele van de PROM’s uitkomsten. En dat is goed nieuws voor de patiënten.
- In vergelijking met microscopische discectomie geeft de endoscopische decompressie minder facet schade, minder spierschade terwijl het vergelijkbaar is in effectiviteit.
- Prof. dr. Siepe hield namens RIWOspine een presentatie over de mogelijkheden van de intralaminaire endoscopische toegang. Hij refereerde aan het systematische review en de superioriteit analyse van ED versus MD van Muthu et al. 2021 in Global Spine Journal (Is Endoscopic Discectomy the Next Gold Standard in the Management of Lumbar Disc Disease?). Hierin zijn 4018 patiënten uit 11 RCT’s, 7 niet-gerandomiseerde prospectieve en 9 retrospectieve studies geïncludeerd en het laat een superioriteit van ED boven MD zien voor ODI, lengte ziekenhuisopname en algemene complicaties. Voor alle andere uitkomstparameters was er non-inferiority. Één groot onderscheidend verschil tussen beide technieken is het ultieme vlekkeloze beeld met de endoscoop en het 4K beeldscherm. Verder zorgt de afwezigheid van de tractie op de omgevende weefsels en de beperkt noodzakelijke coagulatie bij de endoscoop voor minder kans op weefselnecrose en infectie. Muthu et al. Global Spine J 2021 systematic review
Tips & Tricks:
- Durale schade komt niet vaak voor in de endoscopie en heeft over het algemeen geen negatief effect. Maar let op, nooit licht opvatten als er een lek optreedt.
- Kleine durale lekken kunnen meestal ongemoeid worden gelaten
- Medium grote scheuren behandelen door het reponeren van zenuwvertakkingen en gebruik maken van mechanische sealants.
- Grote scheuren moeten primair gesloten worden ofwel endoscopisch of door te converteren naar open procedure.
- Technische tips voor een transforaminale toegang: 1. Identificeer de kruisende zenuw alvorens het kanaal in te gaan 2. Instrumenten alleen richting het kanaal brengen als er contact is met de posterieure vertebrale wand en de annulus wand. 3. Uitsluitend boren onder directe visualisatie.
- Technische tips voor een interlaminaire toegang: 1. Boor alleen zijdelings en niet axiaal. 2. Voorkom excisie van het flavum van de contralaterale zijde 3. Roteer de scoop om onder het flavum te kijken bij twijfel 4. Let op of er aan de dura wordt getrokken alvorens met de Kerrison te ‘bijten’ en gebruik 90graden Kerrison.
- Fusie met TLIF of ELIF (extraforaminal lumbar interbody fusion). Met TLIF heb een groter gebied om de cage te implanteren, het is een meer bekende anatomie, breed werkgebied voor L5S1, er kan over-de-top gedecomprimeerd worden met verkrijgen van autgraft en is er minder tractie op de uittredende zenuwwortel. Maar het grote voordeel van een ELIF is het behoud van het facetgewricht, veilig van traversing zenuwwortel en is een hele veilige keuze in het geval van een revisiechirurgie omdat je minder kans hebt op dura- of zenuw schade vanwege littekenweefsel.
Waarom zou een ziekenhuis investeren in innovaties binnen de wervelkolomchirurgie?
De meest recente innovaties binnen de wervelkolomchirurgie worden vooral gezien binnen de beeldvorming, navigatie en robotische ondersteuning (enabling technology), alsook de volledig endoscopische wervelkolomchirurgie.
Door in te zetten op deze innovaties is er voor ziekenhuizen veel voordeel te behalen op verschillende vlakken.
Verbeterde zorgkwaliteit:
Nieuwe technologieën en behandelingen kunnen de resultaten voor patiënten verbeteren alsook het herstelproces versnellen en daarmee de kwaliteit van de aangeboden zorg verbeteren.
Navigatiesystemen, robotica en intraoperatieve beeldvorming verbeteren de precisie en nauwkeurigheid van wervelkolomchirurgie (Rossi et al 2022). Dit kan leiden tot betere patiëntresultaten, waaronder kortere operatietijd, minder bloedverlies en minder complicaties. De veiligheid voor patiënten verbetert door de real-time visualisatie en feedback, waardoor het risico op chirurgische fouten of complicaties wordt verminderd (Tovar et al. 2022, Khalsa et al 2021). Stryker Enabling Technologies
Patiënten die middels volledig endoscopische chirurgie worden geopereerd kunnen voordelen verwachten zoals sneller postoperatief herstel met sneller terugkeren naar hun normale activiteiten, het verminderen van de kans op reoperaties en complicaties inclusief infecties (Hasan et al. 2019, Ahn 2019, Wu et al 2020). RIWOspine volledig endoscopische wervelkolomchirurgie
Kostenbesparingen:
Innovatieve technologieën en behandelingen kunnen op de lange termijn kostenbesparingen opleveren. Door het verbeteren van de chirurgische precisie, de operatieduur te verkorten en het bloedverlies en complicaties verminderen, kan de patiënt sneller herstellen met betere resultaten. Deze voordelen leiden tot kortere ziekenhuisopnames (dagbehandeling) en minder heropnames, met kostenbesparingen voor het totale gezondheidszorgsysteem als resultaat (Rossi et al. 2022, Hasan et al. 2019, Gadjradj et al. 2022). De kortere ziekenhuisopnames maken dat patiënten eerder weer hun dagelijkse activiteiten kunnen oppakken, waardoor ook nog eens de patiënttevredenheid verbetert.
Verhoogde efficiëntie:
‘Enabling Technologies’ kunnen de chirurgische efficiëntie verhogen door het chirurgische proces te stroomlijnen, de noodzaak van re-operaties te verminderen en de chirurgische nauwkeurigheid te verbeteren. Dit kan ziekenhuizen helpen om wachtlijsten weg te werken en de kosten op de lange termijn te verlagen.
Concurrentievoordeel:
Door te investeren in innovaties kan het ziekenhuis zich onderscheiden van andere ziekenhuizen en zich profileren als een toonaangevend centrum voor wervelkolomchirurgie. Dit kan een concurrentievoordeel opleveren en kan helpen om meer patiënten aan te trekken die op zoek zijn naar de minst invasieve behandelmogelijkheid en nieuwste ontwikkelingen in de wervelkolomchirurgie.
Academisch excelleren:
Door te investeren in innovatie kan het ziekenhuis zijn wetenschappelijke bijdrage versterken. Dit kan leiden tot meer onderzoeks- en onderwijskansen en kan helpen om de reputatie van het ziekenhuis te verbeteren.
De besproken technologieën vereisen een leercurve, die doorlopen moet worden door de chirurg en het OK-personeel om deze veilig en efficiënt in te kunnen zetten. Dit betekent op voorhand een investering die verder gaat dan uitsluitend de aankoop van de hardware. Chirurgen moeten worden betrokken bij het proces van aankoopbeslissingen, aangezien ze een unieke positie in de gezondheidszorginfrastructuur innemen. Hun benadering van zorg wordt vooral gedreven door de beste kwaliteit te willen leveren aan de patiënten zonder het kostenaspect uit het oog te verliezen.
Referenties:
Ahn Y. Current techniques of endoscopic decompression in spine surgery. Ann Transl Med. 2019 Sep; 7(Suppl 5): S169.
Gadjradj PS, Broulikova HM, van Dongen JM, Rubinstein SM, Depauw PR, Vleggeert C, Seiger A, Peul WC, van Susante JL, van Tulder MW, Harhangi BS. Cost-effectiveness of full endoscopic versus open discectomy for sciatica. British Journal of Sports Medicine 2022;56:1018-1025
Hasan S, Härtl R, Hofstetter CP. The benefit zone of full-endoscopic spine surgery. J Spine Surg. 2019 Jun; 5(Suppl 1): S41–S56.
Khalsa SS, Mummaneni PV, Chou D, Park P. Present and Future Spinal Robotic and Enabling Technologies. Operative Neurosurgery 21:S48–S56, 2021.
Rossi VJ, Wells-Quinn TA, Malham GM. Negotiating for new technologies: guidelines for the procurement of assistive technologies in spinal surgery: a narrative review. J Spine Surg 2022;8(2):254-265.
Tovar MA, Dowlati E, Zhoa DY et al. Robot-assisted and augmented reality–assisted spinal
instrumentation: a systematic review and meta-analysis of screw accuracy and outcomes over the last decade J Neurosurg Spine 37:299–314, 2022.
Wu PH, Kim H-S, Jang I-T. A Narrative Review of Development of Full-Endoscopic Lumbar Spine Surgery. Neurospine 2020;17(Suppl 1):S20-33.
De lumbale discusprothese is in Nederland ‘gekilled’; nu ook de cervicale?
Meten is Weten
Soms is er een onderzoeksactiviteit waar je als bedrijf bij betrokken bent, van groot belang, maar waarvan de uitkomst pas vele jaren later boven water komt. Belangrijke data, die bijdragen aan het verbeteren van de patiëntenzorg en het objectiveren van behandelkeuzes.
Eén daarvan is de NECK trial (NEtherlands Cervical Kinematics) uitgevoerd door de neurochirurgische groep van o.a. Leiden University Medical Center, Haaglanden Medisch Centrum, Spaarne Gasthuis en Northwest Clinic met Carmen Vleggeert-Lankamp, Wilco C. Peul, Mark Arts en Lisette Bosscher. Recent zijn de 5-jaars resultaten gepubliceerd in The Spine Journal1.
Met deze prospectieve, gerandomiseerde dubbelblinde multicenter studie zijn klinische data en kosteneffectiviteit geanalyseerd van patiënten die behandeld werden voor een cervicale radiculopathie vanwege een hernia op één niveau. In totaal werden 109 patiënten gerandomiseerd naar 3 behandelopties: 1. anterieure cervicale discectomie met prothese (ACDA), 2. anterieure cervicale discectomie met PEEK cage (ACDF) en 3. anterieure cervicale discectomie zonder cage (ACD).
Doordat de PCM discusprothese, die we toendertijd in het InSpine portfolio voerde, door Nuvasive werd verworven, is uiteindelijk de ActivC discusprothese van Aesculap in deze studie opgenomen.
Je hebt op voorhand een idee van de uitkomst, vaak gekoppeld aan de formulering van de hypothese. Dan is het verrassend dat de resultaten niet in de lijn uitpakken zoals je intuïtief verwachtte.
Wat zijn dan die verrassende resultaten?
Allereerst zijn er na 5 jaar geen verschillen in klinische uitkomsten tussen de ACDF en ACDA groepen. Maar wat vooral opvallend is, is dat er niet minder tussenwervelschijf degeneratie optreedt in de aanliggende niveaus bij de discus prothese. Dit lag wel in de verwachting; biomechanisch laat een prothese een meer fysiologische nekbeweging toe met mogelijk meer fysiologische belastingen.
In deze studie verloor de prothese zelfs zijn volledige bewegingsmogelijkheid door heterotopische ossificatie. Dit was bij 75% van de prothese patiënten te zien vanaf 2 jaar follow up. Heeft dit iets te maken met het type prothese of de chirurgische techniek? Tot op heden is er jammer genoeg geen literatuur beschikbaar die hierin differentieert.
Er kan in de NECK trial dus geen klinische superioriteit aangetoond worden voor de cervical discus prothese.
Wat een interessante ‘bijvangst’ was van deze studie, is dat de ACD aanmerkelijk slechtere klinische resultaten geeft, wat mogelijk verklaard kan worden door de vertraagde fusie. Maar kyphosering van de cervicale wervelkolom en/of afname van de foraminale hoogte met wortelcompressie kunnen ook nog een rol spelen, ofschoon dit in deze studie niet is aangetoond.
Dus op basis van deze studie zou je kunnen concluderen dat de keuze voor een goede cage, waarmee een snelle fusie en goede alignment verkregen kan worden, een belangrijk element is voor een goed klinisch resultaat bij de patiënt met cervicale radiculopathie met een hernia op één niveau.
Binnen de NECK-trial is ook een kosteneffectiviteit analyse voor de 3 behandelingen doorgevoerd na 1 en 2 jaar postoperatief2. Ook hier kwam de ACDF als de winnaar uit de bus als meest kost-effectieve strategie. De verschillen zijn met name ten gevolgde van initiële chirurgische kosten. In het eerste jaar waren de hogere directe chirurgische (operatieduur) en implantaat kosten verantwoordelijk voor de hogere kosten in de discusprothese groep.
Ook hier kwam de ACD-arm er niet positief uit ondanks dat een implantaat werd uitgespaard. Door de hogere kosten ten gevolge van neurochirurgische consulten, fysiotherapie, andere specialistische consulten en huisarts bezoeken waren de kosten vergelijkbaar met de ACDF.
De resultaten uit deze studie staan in contrast met de conclusies uit het recent verschenen review van Schuermans et al.3Hiervoor zijn een aantal verklaringen te geven. Allereerst zijn veel studies niet als dubbel-blinde RCT uitgevoerd en zijn de meeste discus prothese studies door de industrie gesponsord. De NECK-trial heeft naast uitgebreide directe zorg kosten ook niet-zorgkosten van de patiënten verzameld en geanalyseerd. Dit maakt een uitgebreide beoordeling van de kosten-effectiviteit in een breed perspectief mogelijk. Verder is het ook belangrijk te realiseren dat vooral in niet-Europese studies een plaat wordt toegevoegd aan het uiteindelijke construct met een cage. Dit verhoogt natuurlijk de directe kosten van de ACDF door de prijs van de plaat en de schroeven, waardoor deze min of meer op het vergelijkbare niveau van de discus prothese komt.
Is er nog een plek voor de cervicale discusprothese?
Betekenen deze resultaten dat er in Nederland geen plek meer is voor de discusprothese in de cervicale wervelkolom? Zo niet, wat dan wel? Bij iedereen met een cervicale hernia (niet reagerend op conservatieve behandeling) een cage plaatsen? Of zijn er opties die mogelijk minder invasief en minstens zo kosteneffectief zijn in de behandeling van de nekhernia?
Misschien is het een idee om een gerandomiseerde studie te starten naar de klinische- en kosten-effectiviteit van de gouden standaard ACDF versus de volledig endoscopische cervicale discectomie vanuit de posterieure toegang. Cascadia 3D titanium cervicale cage en RIWOSpine cervicale endoscopische module
Hypothetisch zou de endoscopische discectomie minimaal equivalent, maar mogelijk superieur kunnen zijn in vergelijking met de ACDF; geen implantaat, kleine toegang, weinig weefselschade, uitsluitend hernia weefsel verwijderen.
Maar we dachten met de NECK trial ook al de uitkomst te kunnen voorspellen. Dus, het mantra ‘meten is weten’ blijft de gouden standaard.
- Goedmakers CMW, de Vries F, Bosscher L, Peul WC, Arts MP, Vleggeert-Lankamp CLA. Long-term results of the NECK trial—implanting a disc prosthesis after cervical anterior discectomy cannot prevent adjacent segment disease: five-year clinical follow-up of a double-blinded randomised controlled trial. The Spine Journal 23 (2023) 350−360.
- Heijdra Suasnabar JM, Vleggeert-Lankamp CLA, Goedmakers CMW, de Vries F, Arts MP, van den Akker-van Marle ME. Cost-effectiveness of implanting a prosthesis after anterior cervical discectomy for radiculopathy: results of the NECK randomized controlled trial. The Spine Journal (2023): 1-8 (In Press)
- Schuermans VNE, Smeets AYJM, Boselie AFM, Zarrouk O, Hermans SMM, Droeghaag R, Curfs I, Evers SMAA, van Santbrink H. Cost-effectiveness of anterior surgical decompression surgery for cervical degenerative disk disease: a systematic review of economic evaluations European Spine Journal 31(2022): 1206–1218
Goedmakers et al. 2023 5yr FU NECK trial
Verschillen in uitkomsten tussen neurochirurgische en orthopedische wervelkolom chirurgen?
Een recent systematisch review en meta-analyse, uitgevoerd door Jose A. Canseco en zijn team van het Rothman Orthopaedic Institute in Philadelphia, heeft aangetoond dat neurochirurgen en orthopedische wervelkolomchirurgen vergelijkbare resultaten behalen bij wervelkolomchirurgie. Het onderzoek, dat gebruik maakte van de Preferred Reporting Items for Systematic Reviews en Meta-Analyses (PRISMA) richtlijnen, analyseerde uiteindelijk de resultaten van 16 geïdentificeerde studies die de uitkomsten vergeleken tussen orthopedische en neurochirurgische wervelkolomchirurgen.
De resultaten toonden aan dat er geen significante verschillen waren in heropname-, complicatie- en heroperatiepercentages, ongeacht het type wervelkolomchirurgie dat werd uitgevoerd. Neurochirurgen hadden wel een significant lager percentage postoperatieve bloedtransfusies nodig, terwijl orthopedische wervelkolomchirurgen kortere operatietijden hadden. Canseco benadrukte het belang van een gezonde samenwerking tussen beide specialisaties. Hij en zijn collega’s van het Rothman Orthopedaedic Institue zijn ervan overtuigd dat verbeteringen in patiënt- en chirurgische resultaten zullen komen met een verhoogde samenwerking tussen neurochirurgen en orthopedisch chirurgen.
Het artikel is gepubliceerd in Spine https://journals.lww.com/spinejournal/Abstract/9900/Spine_Surgical_Subspecialty_and_Its_Effect_on.250.aspx
Een samenvatting is ook te lezen op Spinal News International https://spinalnewsinternational.com/neurosurgeons-and-orthopaedic-spine-surgeons-provide-similar-results-regardless-of-spine-surgery-performed/
Lessons Learned; keynote lecture Professor Cumhur Öner
As an active sponsor at the Utrecht Spine Course on March 17th, the team of InSpine had the privilege of attending the keynote lecture by Cumhur Öner, Professor Orthopedics at UMC Utrecht. His lecture titled “Lessons Learned” provided a comprehensive overview of his wealth of knowledge and experience gathered during his impressive career as a spine surgeon.
Chapter one of the lecture emphasized the importance of using algorithms to inform decision-making. According to Professor Öner, “experts are inferior to algorithms; whenever we can replace human judgement with a formula, we should at least consider it.” He also stressed the need to accept that there is always some level of uncertainty when making clinical decisions. For acute spinal patients, when in doubt, choose surgery. For patients with deformities or degenerative pathology without progressive neurological involvement, no surgery may be a good decision.
In chapter two, Professor Öner stressed that spine care is a team effort. The surgical team should consist of “spine surgeons” (not orthopedic, trauma or neurosurgeons) who have sufficient knowledge and expertise to make informed decisions. There should be enough room for disagreement and discussion among team members to ensure the best possible outcomes for patients.
Chapter three focused on patient selection. According to Professor Öner, it’s important to select indications, not patients. He advised looking at “hard clinical data” to determine whether surgery is indicated before considering the patient’s individual circumstances.
In chapter four, Professor Öner emphasized the need for a basic understanding of the anatomy and biomechanics of the spine from foramen magnum to trochanter minor to understand and manage spinal pathologies. He noted that all spinal sagittal issues are related to evolutionary development towards bipedality, knowledge that has been available since the 1970s.
Finally, chapter five stressed the importance of historical background and evolution in understanding surgical techniques. According to Professor Öner, “to understand a surgical technique, we need to know its historical context and evolution.”
Overall, the keynote lecture was a testament to Professor Öner’s expertise and his commitment to advancing the field of spine surgery. His insights provided a holistic view of spine surgery that was both informative and thought-provoking.
Neem deel aan de toekomst in spine: Global Endoscopic Spine Days
De Global Endoscopic Spine Days van dit jaar vinden plaats op locatie en online in Herne/Essen, Duitsland, van 10 tot 13 mei.
Hét hoogtepunt van dit evenement is het ééndaagse internationale symposium op 12 mei. Alle wervelkolomexperts die geïnteresseerd zijn in endoscopische wervelkolomchirurgie worden uitnodigt om dit interessante en inspirerende programma (online) te volgen.
Onder de wetenschappelijke leiding van Dr. S. Ruetten en Dr. M. Komp zullen de nieuwste ontwikkelingen en normen op het gebied van full-endoscopische wervelkolomchirurgie worden gepresenteerd en besproken. Profiteer van diepgaande kennis van spinale endoscopie om te leren hoe deze technieken de wervelkolomchirurgie zullen veranderen.
Als je niet in de gelegenheid bent om op locatie deel te nemen aan dit event, kun je toch deelgenoot worden van deze toekomst van de wervelkolomchirurgie. Hoe? Door je aan te melden via de link en het symposium online te volgen: https://www.riwospine.com/en/registration-1
Programma International Symposium 12 Mei 2023
09:00 am Welcome and Introduction / D. Goethel, S. Ruetten, M. Komp
Lumbar spine
09:10 am The full-endoscopic foraminal approach in disc herniations – Technique and indications of trans-, intra-, and extraforaminal lateral approach / S. Ruetten, M. Komp
09:50 am Instructional Video: Full-endoscopic surgery with lateral transforaminal access in a disc herniation / S. Ruetten, M. Komp
10:35 am The interlaminar full-endoscopic approach in disc herniations – State of the art, possibilities and limitations / M. Komp, S. Ruetten
11:10 am Instructional Video: Full-endoscopic surgery with interlaminar access in a disc herniation / M. Komp, S. Ruetten
11:40 am Full-endoscopic decompression in lateral and central stenosis – Application of the interlaminar and foraminal approach / S. Ruetten, M. Komp
01:15 pm Access information for full-endoscopic surgery of the lumbar spine – Criteria for the foraminal and interlaminar technique / M. Komp, S. Ruetten
01:30 pm Complications (dural and nerve injury) in full-endoscopic decompression – How to reduce and how to manage / S. Ruetten, M. Komp
02:00 pm Individual case presentations
Cervical spine
03:00 pm The full-endoscopic surgery of the cervical spine with anterior and posterior access – Possibilities and limitations / M. Komp, S. Ruetten
03:35 pm Instructional Video: Full-endoscopic surgery with posterior approach in a disc herniation / M. Komp, S. Ruetten
Thoracic spine
04:05 pm Operation of thoracic disc herniations and stenosis in the full-endoscopic technique – Interlaminar, foraminal, and transthoracic access / S. Ruetten, M. Komp
Interactieve meeting over Adult Spinal Deformities
De Utrecht Spine Course staat dit jaar in het teken van Adult Spinal Deformities. In deze cursus worden interactief concepten gedeeld voor de klinische zorg voor patiënten met spinale deformiteiten, verschillende chirurgische technieken worden besproken en paden geïntroduceerd voor toekomstige verbetering van deze populatie. De selectie van de juiste patiënt, conventionele correctie- en fusietechnieken worden beoordeeld en inzicht wordt gegeven in de toekomst door het delen van state-of-the-art technologieën. Naast colleges is er ruim de tijd voor casusgerichte discussies en interactie met de faculteit. Voor een beperkte groep wordt op zaterdag een kadaver- en 3D-printsimulatielab met hands-on training van verschillende (innovatieve) technieken verzorgd.
Wanneer: 17 + 18 maart 2023
Locatie: UMCU
Aanmelden: http://www.utrechtspinecourse.com
InSpine ondersteunt dit congres van harte als gouden sponsor.
PTED: best, meest veilig en kosteneffectief met Vertebris Foraminotomy
InSpine heeft als missie om de beste oplossingen voor onze klanten en de patiënten aan te bieden. Dankzij onze exclusieve samenwerking met RIWOspine kunnen onze klanten de PTED-techniek toepassen zonder het gebruik van disposables. Waardoor zij nog kosten-effectiever kunnen werken.
Maar het endoscopisch opereren met de PTED-techniek van RIWO spine biedt nog meer voordelen:
- Precisie: Het ergonomisch ontwerp van de snijvlakken van de boor garandeert een zeer nauwkeurige verrichting en maakt effectieve en weefselsparende resectie van botmateriaal mogelijk.
- Veiligheid: De speciale vormen van het werkkanaal en de stompe distale tip van de boor beschermen de omliggende neurale structuren tegen mechanische schade tijdens het boren.
- Veiligheid: Lazer-markeringen op de instrumenten beschermt tegen te diepe penetratie in het spinale kanaal.
- Veiligheid: Het SPINE MODE perfusie systeem (zelfregulerend vloeistof druk – en flow management) waarborgt een continue optimale beeldkwaliteit en daarmee veiligheid.
- Veiligheid: De RF module is het enige systeem op de markt dat kan coaguleren en ableren met 4MHz; extreem veilig, dicht bij neurale structuren.
Niek van Vught en Laurens Eekhof hebben de mogelijkheid gecreëerd om in de komende maand februari geïnteresseerden kennis te laten maken met deze geweldige oplossing binnen de volledig endoscopische wervelkolomchirurgie. Stuur een bericht naar niek@inspine.nl of laurens@inspine.nl om je demo-afspraak vast te leggen.
Teamwork met carbon-PEEK implantaten
De wervelkolomchirurg plaatst de carbon-PEEK schroeven van icotec primair niet voor zichzelf. Wél voor zijn/haar patiënt omdat deze dan beter door het gehele team behandeld kan worden. Een team bestaande uit radiotherapeuten, radiologen, neurologen en pijnspecialisten. Dat betekent eigenlijk eenieder die belang heeft bij een goede beeldvorming nadat de wervelkolom bij de patiënt chirurgisch gestabiliseerd is.
@Jorrit-Jan Verlaan, MD PhD Afdeling Orthopedie UMC Utrecht
InSpine Talking Dinner Milaan 2022